Gisteren was ik mijn tocht al begonnen, over het Noaberpad van Ootmarsum naar De Lutte. Vandaag maak ik de overstap naar het Marskramerpad, de oude handelsroute van Bad Bentheim via Oldenzaal naar Deventer. Ik smokkel wat op deze handelsroute, want het Duitse stuk laat ik links - eigenlijk rechts - liggen.
Ik loop met mijn hond Woedie, een 5 jaar oude bastaard met duister verleden, die nu ruim 2 jaar deel uitmaakt van ons huishouden. Sinds hij een beetje tot rust is gekomen in ons gezin - het eerste jaar was afzien - vergezelt hij me regelmatig tijdens mijn meerdaagse wandeltochten. Dat is niet altijd even relaxed, maar wel gezellig. Ik steek hele verhalen tegen hem af.
De route naar Oldenzaal voert vooral over landweggetjes. Ik laat me leiden door het oude routeboekje van het Marskramerpad uit 1997. Ook dit keer staat het weer garant voor verrassingen: in Oldenzaal blijkt de route flink verlegd. Ik raak de roodwitte tekens kwijt en kom met behulp van website van Wandelnet weer op het juiste pad uit. Ondertussen hebben we de binnenstad van Oldenzaal gemist. Die schijnt best mooi te zijn, maar dan moet tot een andere keer wachten.
De route voert over een fietspad de stad uit. Het is schitterend zomerweer en de vele fietsers dwingen ons regelmatig de berm in. In recreatiegebied Hulsbeek ga ik uit de kleren: tijd voor een frisse duik. Woedie blijft blaffend aan de kant staan. Als hij voldoende moed heeft verzameld, springt hij in het water en zwemt naar me toe, om zich vervolgens weer om te draaien richting de veilige wal. Als dit ritueel zich zo'n vijf keer heeft herhaald, is het welletjes geweest en trek ik mijn kleren weer aan. Hoppa, weer verder.
De rugzak hangt zwaar op mijn rug. Ik heb gekozen voor mijn oude Karrimorrugzak, die op zolder lag te verstoffen. Die rugzak heeft een mooi maatje (50 liter) en het draagcomfort leek oké. Dacht ik. Inmiddels denk ik daar anders over... Met tent en al weegt hij zo'n 15 kilo en het voelt als een loden last. Gaandeweg de dag ontwikkelt zich een zeurende pijn in mijn nek en schouders. Ik kom daardoor niet in een lekkere wandelstemming.
De route voert door het dorp Deurningen, waar de terrasjes vol zitten met mensen die genieten van elkaar en de zon. In mijn eentje - ook al ben ik met Woedie - voel ik me daar niet bijhoren. Vlak buiten het dorp rust ik uit op een bankje. Lekker, even die rugzak af. Ik zwaai met mijn armen en draai cirkeltjes met mijn hoofd. Met een asperine hoop ik een beginnende hoofdpijn te beteugelen.
Als ik weer verder loop, blijkt de rugzak nog steeds even zwaar. Het is mooi geweest voor vandaag, besluit ik. Twee kilometer verderop strijk ik neer op camping Dalmeden.
Etappe: 21 kilometer over landweggetjes, fietspaden en onverharde paden
Reactie plaatsen
Reacties