Ik heb er weer zin in. Een goede nachtrust doet wonderen. Geen jeuk van eventuele bedwantsen en het gesnurk van zaalgenoten bleef beperkt. Nog even afscheid nemen van Erwin en Nico, die - met de alpiene klauteretappes in het vooruitzicht - besloten hebben om hun GR-avontuur te beëindigen. Erwin kreeg in toenemende mate last van zijn knieën en Nico constateerde dat hij meer van middelgebergte hield.
De eerste anderhalf uur gaan over een eenvoudig pad door een bos, op zo'n 1.300 meter hoogte. Daarna volgt een pittige klim, in eerste instantie langs een beek, daarna recht een berg op. Achter me hoor ik een Engelse tongval. Zoals steeds de afgelopen dagen, worden we ingehaald door Mark en Mike, twee Britten die elkaar doorlopend wat te vertellen hebben. "Hi again!" "See you later." In rap tempo verdwijnen ze in de verte.
Het pad is stenig, met kleine en grote stenen. Het is een graad of 15, met weinig wind: lekker wandelweer. De lucht is grotendeels grijs, voorzien van enkele hoopvolle blauwe gaten. Gestaag lopen we omhoog, eerst naar de hut van Ciuttulu, waar we pauze nemen, genietend van het ruime uitzicht. Kort daarna steken we de pas over, op ruim 2.000 meter, onder de Paglia Orba.
Hoe lekker de klim ging, hoe beroerd gaat de afdaling. Natuurlijk weer een rotsig terrein, met veel stenen. Ik zet mijn voeten heel bewust neer. Jacob loopt inmiddels al een eind verderop. De rugzak duwt me naar beneden. Met mijn wandelstokken probeer ik tegenwicht te bieden. Op een onbewaakt moment gaat het weer mis: de rugzak geeft me een zetje in mijn rug, terwijl ik mijn wandelstokken naast me heb staan. Ik val recht voorover. In een 'split second' denk ik: "Niet op mijn bril!"
Net voor ik de grond raak, steek ik mijn hand uit om me op te vangen en richt mijn hoofd iets op. Hierdoor val ik dit keer niet op mijn bril, maar op mijn neus. Au! Beduusd blijf ik liggen. Ik ben bang voor mijn neus. Langzaam ga ik zitten, terwijl ik met mijn vingers mijn neus dicht houd. Een bloedneus. De tranen rollen over mijn wangen, van zowel pijn, schrik als frustratie. Als de pijn is weggetrokken, loop ik onzeker verder, maar mijn knieën trillen. Ik roep Jacob voor een pauze.
Opknapt door een kwartiertje rust, vervolgen we de route. Een pad is het niet: de roodwitte tekens laten ons zien hoe we over de rotsen moeten lopen. Naast ons stort het water naar beneden. Het gaat redelijk goed en ik voel mijn vertrouwen toenemen. Tot ik over wat gruis loop en wegglijd, dit keer achterover op mijn stuitje. Oei! Kan ik dit wel? Heb ik mezelf niet overschat?
Stoppen is geen optie. Dus ga ik door, voorzichtig mijn route kiezend. De rest gaat zonder valpartijen. De laatste kilometers voeren door een bos, over een echt pad, naar de hut van Vallone. Daar betrkken we elk een eigen tentje. De klautertocht van morgen, naar het hoogste punt van de GR waar zelfs sneeuw ligt, zie ik niet zitten. Ik ben van plan de bus te nemen. Jacob twijfelt nog en wil pas morgenochtend beslissen.
Etappe: ongeveer 15 kilometer in 6,5 uur gaans, met 800 meter stijgen en 800 meter dalen
Reactie plaatsen
Reacties