GR20 op Corsica, dag 13: van Vallone naar Haut Asco (20 september 2024)

Gepubliceerd op 5 november 2024 om 20:00

Voor ons ligt de zwaarste klauteretappe van de GR20, vlak langs de monte Cinco, met 2.706 meter de hoogste berg van Corsica. Door mijn eerdere valpartijen voel ik me onzeker. Stel je voor dat ik uitglijd over de sneeuw? Mijn plan was daarom deze etappe over te slaan en de bus te nemen. Dat was buiten de Britse vrouw gerekend, die we gisteravond bij de wastafels spraken. De ervaring spatte van haar af en ze zei wat we graag wilden horen: "No worry. You'll be fine."

Het is vroeg in de ochtend, een uur of 7. Voor Jacob is het duidelijk: hij gaat te voet naar Haut Asco. Niks geen bus. "En jij?" vraagt hij. "Ik denk dat ik de bus neem," zeg ik, vasthoudend aan mijn eerdere plan. Jacob slingert zijn rugzak om zijn schouders. Ik kijk hoe hij zich gereed maakt voor vertrek. Mijn hoofd zit vol met stemmetjes, die elk om het hardst toeroepen: "Ga ook! Ga niet! Ga ook! Ga niet!" Jacob pakt zijn stokken en gaat op pad. Ik kijk hem na tot hij uit zicht is verdwenen.

Daar sta ik dan, de wandelaarster die de bus gaat nemen. Grmpf... Ben ik daarvoor naar Corsica gekomen? Ik kijk naar de lucht, alsof daar het besluit valt te lezen. En zowaar, daar is het: een blauw gat. Een gat in de wolken waar straks zomaar de zon door zou kunnen schijnen. Het zou zomaar fantastisch lekker loopweer kunnen worden. En dan zou ik in de bus zitten? Vanwege een klein beetje sneeuw? Vanwege een beetje angst om weer te vallen? Eindelijk kom ik in actie. Rugzak inpakken. Water halen. Lenzen indoen. Want als ik ga vallen, dan niet weer op mijn bril. Een kwartier na Jacob loop ik de berg op.

De tocht is één lange klim omhoog, van 1.400 naar 2.600 meter. De route bestaat uit stenen en rotsen. Soms is het gruis, waarbij ik moet oppassen niet weg te glijden. Soms zijn het kleine en grotere stenen, waarbij ik mijn voeten goed moet plaatsen. Soms zijn het rotsblokken en platen, waarbij ik soms handen nodig hebben om omhoog te komen. Langzaam aan klim ik de mist in. Niks geen blauwe lucht. Tot twee keer toe raak ik de roodwitte tekens kwijt. Ik mis mijn broer. 

Na 3,5 uur zwoegen sta ik op de graat, vlak onder de Monte Cinco. Tijd voor de lunch. Om mij heen pauzeren zo'n vijftien anderen. Jacob is nergens te zien. Ik ben de enige die alleen is. Dat voelt wat eenzaam, maar ook stoer: kijk mij, ik fiks dit alleen! Al moet het meest risicovolle stuk nog komen: de afdaling.

Met volle concentratie ga ik de afdaling aan. Ik stap van steen naar steen, schuif zo nu en dan op mijn billen, hang soms mijn stokken aan de rugzak om mijn handen vrij te hebben. Ik ben blij met de kettingen die de route er veiliger op maken. Voor alles neem ik de tijd. Niks geen haast. Rustig bekijk ik telkens opnieuw hoe ik verder naar beneden kan komen. Na 4,5 uur opperste concentratie sta ik bij de regufe van Haut Asco, mijn hoofd doet er pijn van. Het is pijn die goed voelt: ik heb dit gefikst!

Die vreugde duurt niet lang: waar is Jacob? HIj zou hier toch al lang moeten zijn? Hij zou toch niet ergens in een ravijn liggen? Terwijl de tijd verstrijkt, voel ik mijn onrust toenemen. Appjes en telefoontjes blijven onbeantwoord. Pas na meer dan een uur zie ik hem aankomen. Samen met Mark en Mike blijkt hij de Monte Cinco te hebben beklommen, in de mist. Het moest blijkbaar gebeuren, deze hoogste top van Corsica bedwingen. 

Traject: ongeveer 9 kilometer in 8 uur gaans, met 1.200 meter stijgen en 1.200 meter dalen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.